Jonah 1:3

8) te vluchten

Wat hem hiertoe bewogen heeft, zie onder Jona 4:2.

Jon 4.2

9) Tarsis

De vermaarde zeehaven en hoofdstad van Cicili‰, de geboorteplaats van den apostel Paulus. Zie 1 Kon. 10:22, en Hand. 21:39, en Hand. 22:3.

1Ki 10.22 Ac 21.39 22.3

10) HEEREN

Voor wiens aangezicht hij, als Gods dienstknecht, schuldig was te staan [gelijk de Schrift gemeenlijk spreekt] om zijn bevelen te ontvangen en te verrichten, zulks hij, hier zoekende te ontgaan, gezegd wordt van Gods aangezicht te vluchten, dat is, dezen zijn plicht verlaten. Zie Deut. 10:8; 1 Kon. 17:1, enz.

De 10.8 1Ki 17.1

11) Jafo

Anders genoemd Joppe, ook ene zeehaven. Zie 2 Kron. 2:16.

2Ch 2.16

12) daarvan

Te weten van het schip. Hebr. het loon van hetzelfde, te weten het schip.

13) henlieden

Het scheepsvolk.

Acts 9:36

46) Joppe was

Dit was en is nog een vermaarde haven in Palestina aan de Middellandse zee, eertijds Jafo genaamd, waar Jona scheep ging als hij vluchtte van den Heere, Jona 1:3, waar degenen, die uit Europa naar Jeruzalem reizen, gemeenlijk aankomen, liggende omtrent ene dagreize vandaar aan klippen, van welke men Jeruzalem kan zien.

Jon 1.3

47) hetwelk overgezet

Namelijk Tabitha, gelijk zij in het Grieks overgezet wordt.

48) Dorkas.

Dat is, ene hinde, ree of geit.

Copyright information for DutKant