Joshua 12:5

7) der Gezurieten,

Deze woonden in het land Basan aan de uiterste palen van dat land, hetwelk 2 Sam. 15:8, door Absalon genoemd wordt Gesur in Syri‰, omdat het omtrent de stad en het land van Damaskus lag. Gesur was een koninklijke stad. De dochter van Thalmai, den koning te Gesur, was Davids huisvrouw en de moeder van Absalom, 2 Sam. 3:3, tot welken ook Absalom gevlucht is, toen hij zijn broeder Amnon had omgebracht, 2 Sam. 13:37. Het land der Gesurieten is wel den halven stam van Manasse ten deel gevallen, maar zij hebben de inwoners daarvan niet verdreven, Joz. 13:13.

2Sa 15.8 3.3 13.37 Jos 13.13

Joshua 16:3

Copyright information for DutKant