Joshua 18:1
1) de tent Zie hiervan Exod. 27:21. Ex 27.211 Samuel 1:3
5) van jaar tot jaar Hebreeuws, van dagen tot dagen. Het Hebreeuwse woord Jamim wordt in de Heilige Schrift dikwijls voor jaren gebruikt, en hier wordt gesproken van de drie jaarlijkse feestdagen der Joden. Zie Lev. 25:29. Le 25.29 6) Silo; Waar de tabernakel was; Joz. 18:1. Jos 18.1 7) priesters des HEEREN, Te weten, onder hun vader Eli, die hogepriester was.Hebrews 11:32
78) de profeten; Namelijk die na Samul en David onder het volk van Isral zijn geweest.
Copyright information for
DutKant