Joshua 7:24

41) den zoon van Zerah,

Dat is, neef. Zie Joz. 7:1.

Jos 7.1

42) het dal Achor.

Dat is, het dal der beroerte; naderhand alzo genaamd, vanwege deze geschiedenis, Joz. 7:26.

Jos 7.26

Joshua 7:26

45) noemde men den naam dier plaats

Anders, noemde; te weten, Jozua.

46) het dal van Achor,

Dat is, het dal der beroerte; omdat het ganse volk van Isra‰l hier beroerd en bedroefd was geworden vanwege Achans diefstal, en omdat hij ook door deze schrikkelijke straf daarin was beroerd, Joz. 7:25.

Jos 7.25

Isaiah 65:10

41) Saron

Dat is, hunne kudden zullen in vruchtbare plaatsen weiden; met welke woorden te kennen wordt gegeven de overvloed der zegeningen, die de kerk en een ieder lidmaat derzelve van God ontvangen zou. Want Saron was een vruchtbare en lustige vallei. Zie 1 Kron. 5:16, en 1 Kron. 27:29; Hoogl. 2:1; Jes. 33:9.

1Ch 5.16 27.29 So 2.1 Isa 33.9

42) het dal van Achor

Dit was ook een vruchtbaar dal, bij Jericho gelegen; zie Joz. 7:26; Hos. 2:14.

Jos 7.26 Ho 2.15

43) tot een runderleger,

Of, tot ene legerplaats der runderen, of tot ene plaats waar het vee nederliggen en rusten zal.

Hebrews 6:18-20

45) door twee onveranderlijke dingen,

Dat is, zijn beloften en zijn eed, die beide onveranderlijk zijn.

46) de voorgestelde hoop

Dat is, de lijdzame verwachting van de vervulling der beloften door het geloof van ons aangenomen, Rom. 8:24,25, zo, dat het woord hoop alhier in zijn eigen betekenis wordt genomen.

Ro 8.24,25
47) Welke wij hebben

Namelijk hoop wij gelovigen hebben, enz.

48) als een anker der ziel,

Dat is, waar de ziel zich mede vasthoudt aan Gods beloften, tegen alle bewegingen en stormen der wereld; gelijk een schip met zijn anker in zee tegen alle stormen.

49) in het binnenste van het voorhangsel;

Dat is, den hemel, waar Christus is zittende ter rechterhand Gods en voor ons bidt; hetwelk door den ingang des hogepriesters in het heilige der heiligen beduid werd, gelijk hierna verklaard wordt, Hebr. 9:24.

Heb 9.24
50) de Voorloper voor ons is ingegaan,

Namelijk die voor ons daarin gegaan is, om ons een plaats te bereiden, Joh. 14:2,3.

Joh 14.2,3

51) Melchizedek,

Dit voegt de apostel daarbij, om alzo weder te keren tot de verklaring van het koninklijk priesterdom van Christus, hetwelk hij had afgebroken, Hebr. 5:11, enz.; en herneemt die weder in het Hebr. 7.

Heb 5.11
Copyright information for DutKant