Joshua 7:26

45) noemde men den naam dier plaats

Anders, noemde; te weten, Jozua.

46) het dal van Achor,

Dat is, het dal der beroerte; omdat het ganse volk van Isra‰l hier beroerd en bedroefd was geworden vanwege Achans diefstal, en omdat hij ook door deze schrikkelijke straf daarin was beroerd, Joz. 7:25.

Jos 7.25

Hosea 2:15

39) Baal!

Willende kwanswijs God nog door den Ba„l vereren. Vergelijk Exod. 3:2,4,5, en Richt. 2:11. Het woord Ba„l betekent wel heer en meester, maar omdat zij het gewoonlijk den afgoden op zijn heidens gewoon waren te geven, zo verfoeit God dien titel.

Ex 3.2,4,5 Jud 2.11
Copyright information for DutKant