Judges 1:35
60) wilden de Amorieten Zie boven, Richt. 1:28. Jud 1.28 61) Ajalon, Zie Joz. 19:42, en Joz. 21:24. Salbim lag in het dal Eskol, Ajalon vandaar in het noord-westen naar de westzee, op de grenzen van Dan. Andere plaatsen van dezen naam, zie onder Richt. 12:12. Jos 19.42 21.24 Jud 12.12 62) cijnsbaar werden. Hebreeuws, tot cijns werden, of waren. De zin is, die van het huis Jozefs kwamen Dan te hulp, en bedwongen de Amorieten zover, dat zij hun cijnsbaar werden. 1 Chronicles 6:69
64) Ajalon Ajalon behoorde tot den stam van Dan. Boven de twee steden, in 1 Kron. 6:69 genoemd, gaf men hun nog twee steden van den stam van Dan, te weten, Elteke en Gibeton, Joz. 21:23. 1Ch 6.69 Jos 21.23 1 Chronicles 8:13
13) der vaderen Dat is, der vaderlijke huizen, gelijk 1 Kron. 8:6, en elders meer. 1Ch 8.6 14) te Ajalon Versta dit van het land omtrent Ajalon gelegen, want de stad Ajalon behoorde tot den stam van Dan, Joz. 19:42; tenzij men zeggen wil, dat na de Babylonische gevangenis [gelijk Ezra dit geschreven heeft] de Benjaminieten hun woning zo uitgebreid hebben, dat zij ook in de steden van Dan gewoond hebben. Jos 19.42 15) de inwoners van Gath Dat is, die in het land der Filistijnen bij Gath woonden. 2 Chronicles 11:10
17) Zora, Men leest van een Zora in den stam van Juda, Joz. 15:33, en van een ander in Dan, Joz. 19:41. Jos 15.33 19.41 18) Ajalon, Daar waren ook meer steden van dezen naam; maar versta hier een Ajalon in Benjamin; en onder het rijk van Juda sorterende. Vergelijk Joz. 19:42; 1 Kron. 8:13. Jos 19.42 1Ch 8.13 19) Hebron; Zie Gen. 23:2. Ge 23.2 2 Chronicles 28:18
38) Beth-semes, Zie #2Kon. 14:11. 2Ki 14.11 39) Ajalon, Zie boven, 2 Kron. 11:10. 2Ch 11.10 40) Gederoth, Een stad in den stam van Juda; Joz. 15:41. Jos 15.41 41) Socho Zie boven, 2 Kron. 11:6,7. 2Ch 11.6,7 42) onderhorige plaatsen, Hebreeuws, dochteren; dat is, plaatsen daaronder sorterende. Zie Num. 21:25. Nu 21.25 43) Timna Een stad, gelegen in Juda; Joz. 15:10. Jos 15.10
Copyright information for
DutKant