Judges 11:1-2
1) Gileadiet, Zie boven, Richt. 10:3. Jud 10.3 2) hoerekind; Hebreeuws, was een zoon ener vrouw, ener hoer. Zie Deut. 23:2. Anders, de zonen ener waardin. De 23.2 3) Gilead had Jeftha gegenereerd. Te onderscheiden van Gilead, den zoon van Machir, Joz. 17:1,3, zijnde nochtans een zijner nakomelingen, van denzelfden naam. Jos 17.1,3 4) dezer vrouw, Te weten, van zijn echte vrouw. 5) andere vrouw. Dat is, een vreemde, die geen echte vrouw van onzen vader geweest is.
Copyright information for
DutKant