Judges 14:12

25) raadsel te raden geven;

Dat is, een kunstige, duistere en vreemde rede, of spreuk, onder welk iets verborgen is, dat de woorden niet geven, maar door nadenken moet worden uitgevonden, en alsdan klaar en bevallig is. Hebreeuws alsof men zeide: Een raadsel raadselen; alzo onder, Richt. 14:13,16; Ezech. 17:2. Zie wijders 1 Kon. 10:1.

Jud 14.13,16 Eze 17.2 1Ki 10.1

26) wel zult verklaren en uitvinden,

Hebreeuws, verklarende verklaren.

27) fijne lijnwaadsklederen,

Het Hebreeuwse woord wordt genomen voor fijn lijnwaad, en een laken, hemd, of iets anders daarvan gemaakt, om zich des nachts daarmede te dekken, of ook des daags om te slaan of aan te doen. Hetzelfde woord vindt men in het Nieuwe Testament gebruikt in de Griekse spraak, Matth. 27:59; Mark. 14:51,52, en Mark. 15:46; Luk. 23:53.

Mt 27.59 Mr 14.51,52 15.46 Lu 23.53

28) en dertig

Anders, te weten, dertig wisselklederen, van hetzelfde fijne lijnwaad gemaakt. Vergelijk onder, Richt. 14:19.

Jud 14.19

29) wisselklederen.

Hebreeuws, verwisselingen van klederen.

Judges 14:19

41) vaardig over hem,

Vergelijk boven, Richt. 14:6.

Jud 14.6

42) Askelonieten,

Hebreeuws, Askelon; dat is, die van Askelon, gelijk boven, Richt. 1:27, enz. gelegen aan de grenzen van Dan, over de beek Sorek, aan de Middellandse zee; toebehorende aan de stammen van Juda en Simeon, maar door de Filistijnen bewoond. Zie boven, Richt. 1:18.

Jud 1.27,18

43) gewaad,

Wat zij hadden aangehad, en hij hun afgetogen had.

44) wisselklederen aan degenen,

Zie boven, Richt. 14:12.

Jud 14.12

45) vaders huis.

Verlatende voor een tijd zijn vrouw. Zie Richt. 15:1.

Jud 15.1

2 Kings 5:5

11) nam

Te weten, tot een vrijwillig geschenk om den profeet daarmede te vereren. Zie 1 Kon. 14:3.

1Ki 14.3

12) in zijn hand

Dat is, met hem. Vergelijk 1 Sam. 9:8; 2 Sam. 8:10; 1 Kon. 14:3; onder, 2 Kon. 8:8.

1Sa 9.8 2Sa 8.10 1Ki 14.3 2Ki 8.8

13) tien talenten

Zie van een talent Exod. 25:39.

Ex 25.39

14) [sikkelen] gouds,

Zie van de waarde eens gemenen gouden sikkels Gen. 24:22; Num. 7:14.

Ge 24.22 Nu 7.14

15) wisselklederen.

Zie Gen. 45:22.

Ge 45.22
Copyright information for DutKant