Judges 19:2

5) bij hem zijnde,

Of, tegen hem; dat is, tegen de trouw des huwelijks, die zij hem beloofd had, bedreef zij overspel met anderen. Want ofschoon de bijwijven in het Oude Testament van zulke eer en waardigheid niet waren als de opperste vrouwen en moeders des huisgezins, zo waren zij nochtans echte vrouwen en haar kinderen echte kinderen; zie onder, Richt. 20:4.

Jud 20.4

6) toog van hem weg

Uit vrees voor haar man, of uit afkeer, dien zij van hem genomen had.

7) enige dagen,

Anders, een jaar [en] vier maanden. Of, de dagen van vier maanden; dat is, vier volle maanden. Hebreeuws, dagen, vier maanden.

Copyright information for DutKant