Judges 2:16

17) verwekte

Door een bijzondere beroeping en aandrift zijns Geestes.

18) richteren,

Versta, geen landsheren of koningen, noch ook die het ordinaire richterambt bedienden of recht spraken tussen den man en zijn naaste, hetwelk verbleef bij de stammen, volgens de orde van God, door Mozes ingesteld, maar die het publieke recht van Gods volk tegen hun verdrukkers en vijanden uitvoerden en hen van hun hand verlosten, den godsdienst zuiverden en in reinheid behielden, en de republiek van Isra‰l bij hare vrijheid beschermden en in gemene zaken met hun dienst en goeden raad bijstonden. Zie onder, Richt. 3:9,10,15, enz., en Richt. 4:4, en Richt. 6:15,16, en Richt. 8:23, en zo voorts.

Jud 3.9,10,15 4.4 6.15,16 8.23

Job 40:15

26) Omdat

Dat is, omdat hij niet leeft bij den roof, maar bij het gewas, dat op de bergen voortkomt, zo is het dat andere dieren hem niet vrezen, maar in zijn tegenwoordigheid zonder schroom en zorg zijn. Anders, als de bergen, enz. zo spelen, enz.

27) aldaar.

Dat is, in de plaats waar hij weidt.

Psalms 73:22

40) onvernuftig

Als een overnuftig dier. Zie Ps. 49:11.

Ps 49.10

41) groot

Dat is, zeer beestelijk. Hebr. behemoth; dat is, beesten. Welk woord gebruikt wordt Job 40:10, naar sommiger gevoelen, van den olifant. De zin is: Ik mocht met recht bij U gehouden worden zo onverstandig en beestelijk als de beesten zelf.

Job 40.15

Proverbs 1:20

49) opperste Wijsheid

Hebreeuws, wijsheden; in het getal van velen, dat is, de hoogste, uitnemendste, of opperste wijsheid. Alzo onder Spreuk. 9;1, en Ps. 49:4, alzo wordt Job 40:10 een groot beest genoemd behemoth, dat is beesten, in het getal van velen. Dit geschiedt om enige zaken te vergroten, of te vermenigvuldigen. Anders: elke wijsheid, of menigerlei wijsheid, of [wijsheid] der wijsheden. Men kan hier door deze wijsheid verstaan, •f de wezenlijke wijsheid des Vaders, welke is de Zoon Gods, daarvan zie onder Spreuk. 8, •f de wijsheid begrepen in de Heilige Schrift, die alle wijsheid der mensen teboven gaat. Sommigen verstaan de wijsheid, die door Gods Woord en de werken der Goddelijke voorzienigheid geopenbaard wordt.

Ps 49.3 Job 40.15

50) roept

Te weten, door de predikers van Gods Woord, of ook door de werken der schepping en regering aller dingen.

51) verheft

Hebreeuws, geeft, dat is, zij verheft hare stem en laat ze horen. Alzo Gen. 45:2, onder Spreuk. 2:3, en Spreuk. 8:1.

Ge 45.2 Pr 2.3 8.1

Matthew 1:21

21) zijn volk

Dat is, degenen, die Hem van den Vader gegeven waren om die te verlossen of behouden; Ps. 2:8; Jes. 8:18; Joh. 6:37, en Joh. 17:24; Hand. 18:10; Rom. 11:1,2

Ps 2.8 Isa 8.18 Joh 6.37 17.24 Ac 18.10 Ro 11.1,2

1 Timothy 4:16

31) uzelven behouden,

Namelijk door het woord, als een instrument en dienaar van Christus, in wien het woord der verzoening is gelegd, 2 Cor. 5:19; zo nochtans, dat noch die plant iets is noch die nat maakt, maar God die den wasdom geeft; 1 Cor. 3:7.

2Co 5.19 1Co 3.7

Hebrews 4:8

21) Jozua hen

Dat is, Jozua, de zoon van Nun, die de kinderen Isra‰ls in het land Kana„n gebracht heeft. Zie Hand. 7:45.

Ac 7.45

22) in de rust gebracht heeft,

Of, in de rust gesteld; namelijk waar het opperste geluk des mensen in gelegen is, en die David aanwijst. Want hoewel het land Kana„n ook een rustplaats was voor de Isra‰lieten, zo was daarin hun opperste goed niet gelegen, maar was alleen een schaduw van deze uiterste en geestelijke rust, en moesten daarom ook naarstigheid doen, om door het geloof daartoe te komen.

Copyright information for DutKant