Judges 4:11

21) Heber nu,

De man van Jael, van welken onder, Richt. 4:17, enz. Hebreeuws, Cheber.

Jud 4.17

22) Keniet,

Zie Num. 24:21,22; boven, Richt. 1:16, en de aantekeningen aldaar.

Nu 24.21,22 Jud 1.16

23) Ka‹n,

Dat is, van de Kenieten hebbende hun woonplaats in de woestijn van Juda. Zie boven, Richt. 1:16.

Jud 1.16

24) Hobab,

Zie Num. 10:29. Anders genaamd Jethro.

Nu 10.29

Jeremiah 35:2

2) huis,

Dat is, de familie, of het geslacht der Rechabieten, alzo terstond Jer. 35:3, zie van deze 1 Kron. 2:55.

Jer 35.3 1Ch 2.55

3) kameren,

Die aan den tempel waren; zie 1 Kon. 6:5.

1Ki 6.5

4) geef hun wijn te drinken.

Dat is, presenteer, bied, schenk hun, enz.

Copyright information for DutKant