Judges 4:7
15) trekken Sisera, Dat is, Ik zal door mijn goddelijke kracht en regering hem aldaar tot u doen komen. De beek of rivier Kison liep uit de zee Gennesareth naar het westen bij den berg Karmel in de Middellandse zee, zijnde als een scheiding tussen Issaschar en Zebulon.Judges 5:14
33) Efraim Hier verhaalt Debora hoe de stammen zich in deze hebben gekweten; toeschrijvende lof en schande naar ieders verdienste. 34) wortel tegen Amalek. Dit verstaan sommigen van Debora, wonende op het gebergte Eframs, boven, Richt. 4:5; die door Gods genade als de wortel en oorsprong was van dit ganse werk tegen de Kananieten, die ten aanzien hunner vijandschap en uitroeiing met Amalek mogen worden vergeleken. Anderen duiden het op Jozua, die ook uit Efram was en Amalek overwon, Exod. 17:13. Anders, welker wortel is bij Amalek; dat is, Juda en Simeon, welker begin zich van Eframs gebergte uitstrekte tot aan Amalek, gelijk te zien is uit vergelijking van boven, Richt. 1:16, met 1 Sam. 15:6. Jud 4.5 Ex 17.13 Jud 1.16 1Sa 15.6 35) Achter u was Benjamin Dat is, de stam van Benjamin volgde U, o Heere, mede na, onder uw ander volk. Sommigen duiden het op Efram, dien Benjamin gevolgd heeft. 36) Machir Dat is, de stam van Manasse, wiens eerstgeboren zoon Machir was, Joz. 17:1. Jos 17.1 37) wetgevers afgetogen, Dat is, oudsten en richters des volks. 38) trekkende Te weten, het volk tot haar. Zie boven, Richt. 4:6. Anders, die met den straf, of de pen des schrijvers trokken; dat is, met de schrijfpen omgingen, of door middel van brieven of missieven het volk bijeentrokken of deden vergaderen. Vergelijk boven, Richt. 4:6. Jud 4.6,6
Copyright information for
DutKant