Judges 6:34

55) toog de Geest des HEEREN

Of, bekleedde hem; te weten, met zulke gaven van wijsheid, ijver, kloekmoedigheid en dapperheid, gelijk de Geest des Heeren wist dat hem tot dit werk, als wapenen nodig zouden zijn. Zie deze manier van spreken ook 1 Kron. 12:18; 2 Kron. 24:20; Luk. 24:49; Rom. 13:14, en vergelijk Gal. 3:27; Ef. 4:24; Col. 3:12.

1Ch 12.18 2Ch 24.20 Lu 24.49 Ro 13.14 Ga 3.27 Eph 4.24 Col 3.12

56) blies met de bazuin,

Dat is, liet hen blazen, gelijk boven, Richt. 3:27.

Jud 3.27

57) Abi-ezrieten

Hebreeuws, Abi-Ezer; dat is, die van dat geslacht van Gideon en van zijn vader Joas waren [boven, Richt. 6:11], werden bijeengeroepen en vergaderden zich bij hem, om hem te volgen. Alzo in het volgende.

Jud 6.11

Judges 11:29

45) kwam de Geest des HEEREN op Jeftha,

Hebreeuws, was, werd; dat is, toog hem aan, gelijk boven, Richt. 6:34, en Richt. 3:10.

Jud 6.34 3.10

46) Gilead en Manasse doortrok;

Dat is, door het gedeelte des lands Gilead, dat de halve stam van Manasse over de Jordaan bewoonde.

47) in Gilead,

Onderscheiden van andere plaatsen, hebbende denzelfden naam. Zie boven, Richt. 10:17.

Jud 10.17
Copyright information for DutKant