Judges 8:5

9) Sukkoth:

Naast gelegen over de Jordaan, in Gads erfdeel, bij de beek of rivier Jabbok. Zie hiervan Gen. 33:17; Ps. 60:8, en Ps. 108:8, en van een ander Sukkoth Exod. 12:37; Num. 33:5.

Ge 33.17 Ps 60.6 108.7 Ex 12.37 Nu 33.5

10) bollen broods aan het volk,

Anders, stukken.

11) volgt,

Hebreeuws, dat bij, of, aan zijn voeten is; dat is, mijn voetstappen volgt, of in mijn dienst, onder mijn beleid is. Vergelijk Exod. 11:8.

Ex 11.8

1 Kings 20:10

13) De goden

Zie boven, 1 Kon. 19:2.

1Ki 19.2

14) indien

De zin is, dat hij zoveel volk in zijn leger had, dat in Samaria geen stof genoeg was, zo elkeen der zijnen een handvol daarvan wilde nemen.

15) dat mijn voetstappen

Hebreeuws, dat aan mijn voeten is. Zie Exod. 11:8, en Richt. 4:10, met de aantekening.

Ex 11.8 Jud 4.10

2 Kings 3:9

10) koning van Edom;

Die te dezer tijd nog de stadhouder was des konings van Juda, 1 Kon. 22:48. Vergelijk hiermede de aantekening boven, 2 Kon. 3:4. Hij wordt hier een koning genoemd, omdat ij de plaats eens konings bewaarde; gelijk dit woord elders ook voor een gouverneur of regeerder genomen wordt. Zie Richt. 17:6.

1Ki 22.47 2Ki 3.4 Jud 17.6

11) dat hen navolgde,

Hebreeuws, dat in, of aan hun voeten was. Zie Richt. 4:10.

Jud 4.10
Copyright information for DutKant