Lamentations 2:15

83) Allen,

Te weten van welken staat of stand zij zijn, doch versta die, welke vreemd zijn van de ware religie.

84) klappen met de handen

Tot uw spot. Hebreeuws, met de palmen. Zie de aantekening Job 27:23.

Job 27.23

85) zij fluiten

Zie 1 Kon. 9:8; 2 Kon. 19:21; Job 16:9; Jer. 18:16.

1Ki 9.8 2Ki 19.21 Job 16.9 Jer 18.16

86) waarvan men van zeide,

Dat is, die men noemde de volmaakte in schoonheid.

87) vreugde der ganse aarde?

Vergelijk Ps. 48:2, en Ps. 50:2.

Ps 48.1 50.2

Ezekiel 25:6

11) geklapt,

Van grote vreugde en vermaak over de ellenden der Joden, alsof zij zeiden: Heah, zo zo, dat is toch te goed, dat gaat wel; vergelijk Ezech. 25:3, en boven Ezech. 6:11.

Eze 25.3 6.11

12) van harte verblijd zijt geweest

Of, met lust. Zie Ps. 27:12. Alzo Ezech. 25:15. Of aldus: En verblijd zijt geweest in al uw gretige plundering. Hebreeuws, in, of met de ziel. Vergelijk onder Ezech. 36:5.

Ps 27.12 Eze 25.15 36.5

13) plundering,

Of, spijt; idem, versmading; gelijk boven Ezech. 16:57, en onder Ezech. 25:15.

Eze 16.57 25.15

Zephaniah 2:15

54) Dit is die stad,

Dat is, alzo zal het die stad Nineve gaan, die tevoren zo vol vreugde en blijdschap geweest is.

55) die zeker woont,

Die gerust is en niemand vreest.

56) Ik ben het,

Ik ben alleen de onoverwinnelijke, gene stad is bij mij te vergelijken inhoogheid, sterkte, voortreffelijkheid. Verg. Jes. 47:8.

Isa 47.8

57) hoe is zij geworden tot woestheid,

Zie Zef. 2:14.

Zep 2.14

58) zal haar aanfluiten,

Zie 1 Kon. 9:8; Klaagl. 2:15,16; Ezech. 27:36; Micha 6:16; Nah. 3:19.

1Ki 9.8 La 2.15,16 Eze 27.36 Mic 6.16 Na 3.19

59) bewegen.

Tot een teken van bespotting, of verwondering.

Copyright information for DutKant