Lamentations 4:14

45) Zij

Te weten die boze mensen, waarvan Klaagl. 4:13 gesproken is.

La 4.13

46) zwierven

Of, zwierden, gingen heen en weder.

47) [als] blinden op de straten,

Die noch de waarheid hun van God geopenbaard, noch de straf die hun nakende was, zagen. Zie Jes. 42:18,19.

Isa 42.18,19

48) met bloed besmet,

Te weten der rechtvaardigen, hetwelk zij vergoten hadden.

49) niet kon

Nergens kon gaan noch staan. Of, niet voorbij kon, of vermijden kon.

50) zijn,

Doordien dezen, te weten, die het rechtvaardig bloed vergoten hadden, hunne medeburgers zo dikwijls, en zo velen, op de straten ontmoetten. Anderen verstaan Klaagl. 4:14 aldus: Zij te weten de burgers van Jeruzalem, waren vanwege de wreedheid der vijanden zo verbaasd, dat zij, als blinde mensen, niet wisten waar zij zich keren of wenden zouden. Zij besmetten zich met bloed; dewijl zij dus verbaasd waren, zo konden zij niet voorzichtiglijk gaan, maar zij traden, alsof zij blind waren, in het bloed der doden, zichzelven alzo besmettende. Zij roerden met hunne klederen aan hetgeen hun niet geoorloofd was, namelijk de dode lichamen, die niemand zonder zich te besmetten aanroeren mocht.

La 4.14
Copyright information for DutKant