Leviticus 10:1
1) wierookvat, Een vat om wierook er in aan te steken; zo ook Num. 16:17. Het Hebreeuwse woord betekent ook een blusvat, Exod. 25:38, en een koolpan; Exod. 27;3. Nu 16.17 Ex 25.38 2) brachten Anders, offerden; dat is, meenden te offeren. 3) vreemd vuur Te weten, wat niet genomen was van het heilige vuur des tabernakels; zie daarvan boven, Lev. 1:7, en Lev. 6:12. Le 1.7 6.12 4) voor het aangezicht des HEEREN, Zie boven, Lev. 1:3. Le 1.3
Copyright information for
DutKant