Leviticus 10:9

23) sterken drank

Het Hebreeuwse woord schechar betekent allerlei drank, waardoor de mensen dronken kunnen worden.

24) als gij gaan zult in de tent der samenkomst,

Te weten, om uw priesterschap te bedienen.

25) eeuwige inzetting

Hebreeuws, ene inzetting der eeuwigheid. Zie Gen. 13:15, en boven, Lev. 3:17.

Ge 13.15 Le 3.17

Matthew 24:48-49

56) slaan en te eten en te drinken

Dat is, overlast aan te doen.

1 Timothy 3:3

10) genegen tot den wijn,

Of zittende bij den wijn; dat is, zich niet begevende tot veel wijn, gelijk hij hierna spreekt, 1 Tim. 3:8.

1Ti 3.8

11) bescheiden,

Dat is, die anderen kan wijken en in redelijkheid verdragen, gelijk het Griekse woord medebrengt.

Titus 1:7

23) een opziener

Grieks, episcopos; van welk woord zie Hand. 20:28; Filipp. 1:1; 1 Tim. 3:1.

Ac 20.28 Php 1.1 1Ti 3.1

24) niet eigenzinnig,

Of, niet eigendunkend, zichzelf behagende; dat is, die zijn hoofd alleen volgen wil, en stout het gevoelen van anderen verwerpt en die voor niemand wil wijken.

Copyright information for DutKant