Leviticus 13:46
48) hij zal alleen wonen; Zie Num. 5:2, en Num. 12:14; 2 Kon. 15:5; 2 Kron. 26:21; Luk. 17:12. Nu 5.2 12.14 2Ki 15.5 2Ch 26.21 Lu 17.12Leviticus 14:8
10) maar zal buiten zijn tent zeven dagen blijven. Vergelijk boven de aantekeningen op Lev. 13:46, en Num. 12:14, en Num. 31:19. Le 13.46 Nu 12.14 31.19Numbers 5:2
1) vloeienden, Vergelijk Lev. 15:2. Le 15.2 2) een dode. Hebreeuws, ziel. Zie Lev. 19:28. Le 19.28Numbers 12:15
16) verreisde niet, Hieruit kan verstaan worden de oorzaak, waarom de Isralieten te Hazeroth gebleven zijn, gelijk Num. 11:35 gemeld wordt. Nu 11.352 Kings 5:3
8) ontledigen. Sommigen menen dat dit ziet op de afzondering van de melaatsen en hunne vergadering tot het volk, wanneer zij genezen waren. Zie Num. 12:14. Alzo onder, 2 Kon. 5:6,7,11. Hebreeuws, verzamelen. Welke manier van spreken, iemand van zijn melaatsheid verzamelen, zoveel is als de melaatsheid van iemand verzamelen; dat is, wegnemen; omdat hetgeen, hetwelk men verzamelt, weggenomen wordt van de plaats, vanwaar men het verzamelt. Zie Ps. 26:9. Nu 12.14 2Ki 5.6,7,11 Ps 26.9
Copyright information for
DutKant