Leviticus 15:18

15) de vrouw,

Te weten, zal onrein zijn.

16) als een man

Versta hier, een zodanig man, die de voorgemelde ziekte had, of die anderszins in den slaap verontreinigd was.

Leviticus 19:20

30) bijligging des zaads,

Vergelijk boven, Lev. 18:22.

Le 18.22

31) man

Versta, door hem, met wien zij ondertrouwd of getrouwd is geweest, en daarna door hem versmaad. Anders, bij een ieder versmaad; dat is, zo veracht, dat zij niet vrijgemaakt wordt maar in slavernij blijft.

32) versmaad,

Anders, aan een man ondertrouwd.

33) geenszins gelost is,

Hebreeuws, niet lossende gelost.

34) die zullen gegeseld worden;

Hebreeuws, geseling, of, slaan zal geschieden. Zie van deze straf Deut. 25:2,3.

De 25.2,3

35) vrij gemaakt.

Want indien zij vrij ware geweest, zou zij hebben moeten gedood worden; Deut. 22:24.

De 22.24
Copyright information for DutKant