Leviticus 15:4

4) tuig,

Of, vat. Het Hebreeuwse woord betekent hier allerlei huisraad, gereedschap, vaten, klederen, werktuig, roerend goed. Alzo onder, Lev. 15:6,22.

Le 15.6,22

Leviticus 15:16-17

14) zal uitgegaan zijn,

Te weten, in den slaap. Want dit is een andere soort van onreinheid dan de voorgemelde, die uit lichamelijke zwakheid veroorzaakt werd.

Copyright information for DutKant