Leviticus 17:13

14) die enig wild gedierte,

Hebreeuws, wie de jacht van een wild gedierte, enz. verjaagd zal hebben; dat is, met jagen gevangen zal hebben. Vergelijk hiermede de aantekeningen op Gen. 27:3.

Ge 27.3

Deuteronomy 12:16

Deuteronomy 12:24

27) Gij zult dat niet eten;

Deze ceremonie boven, Deut. 12:16, ook geboden, wordt hier zonderling ingescherpt. Zie hiervan Gen. 9:4, en Lev. 17:11.

De 12.16 Ge 9.4 Le 17.11
Copyright information for DutKant