‏ Leviticus 19:26

40) vogelgeschrei acht geven,

Het Hebreeuwse woordje betekent niet alleen uit de vogels, maar ook uit andere dingen iets opmerken en waarnemen, om door ijdele kunst iets, dat verborgen is, te openbaren of te voorzeggen. Alzo is dit woord ook gebruikt 2 Kon. 21:6; 2 Kron. 33:6.

2Ki 21.6 2Ch 33.6

41) guichelarij plegen.

Het Hebreeuwse woord betekent met verbinding der ogen toveren, waardoor men meent te zien wat niet is; gelijk het door enigen genomen wordt Deut. 18:10; 2 Kon. 21:6; 2 Kron. 33:6; Jes. 2:6, en Jes. 57:3; Jer. 27:9. Anderen verstaan het van de dagverkiezing of waarzeggerij, uit het aanschouwen van de wolken en de gestaltenis des hemels, hetgeen sterrenkijkerij genoemd wordt.

De 18.10 2Ki 21.6 2Ch 33.6 Isa 2.6 57.3 Jer 27.9

‏ 2 Kings 21:6

12) door het vuur gaan,

Te weten, in het dal van den zoon van Hinnom, 2 Kron. 33:6, den afgod Molech ter ere. Zie Lev. 18:21.

2Ch 33.6 Le 18.21

13) guichelarij

Zie van de betekenis des Hebreeuwsen woords, als ook des volgenden, dat wij overzetten, op vogelgeschrei acht geven, Lev. 19:26.

Le 19.26

14) stelde waarzeggers en duivelskunstenaren;

Hebreeuws, maakte. Zie van dit woord waarzeggers en het volgende, Lev. 19:31. Dezen wordt Manasse gezegd gemaakt te hebben, omdat hij hen openbaarlijk heeft verordineerd en voorgesteld, opdat zij alle mensen met hun duivelarij ten dienste zouden staan.

Le 19.31

15) [Hem]

Dit woord is hier ingevoegd uit 2 Kron. 33:6.

2Ch 33.6
Copyright information for DutKant