Leviticus 19:36
49) weegstenen, Dat is, gewicht; want het was gebruikelijk, dat zij op de waag of schaal stenen inplaats van gewicht legden. Zie ook Deut. 25:13,15; Spreuk. 16:11; Micha 6:11. De 25.13,15 Pr 16.11 Mic 6.11 50) efa, Zie boven, Lev. 5:11. Le 5.11 51) hin; Dit was een maat van natte waren, houdende zoveel als twee en zeventig gewone hoendereieren. Zie van dezelve Exod. 29:40, en onder, Lev. 23:13; Num. 15:4,9. Ex 29.40 Le 23.13 Nu 15.4,9Deuteronomy 25:15
32) gerechten weegsteen hebben; Hebreeuws, steen der gerechtigheid; en zo in het volgende.Proverbs 20:10
29) Tweeerlei Hebreeuws, steen en steen, efa en efa; dat is, tweerlei steen en tweerlei efa, te weten, een grote, om daarmede in te kopen, en een kleine, om daarmede te verkopen, alzo Deut. 25:13; zie de aantekening aldaar; idem, onder Spreuk. 20:23. De 25.13 Pr 20.23 30) weegsteen, Dat is, gewicht. Zie Lev. 19:36. Le 19.36 31) efa Dat is, maat. Wat efa eigenlijk voor een maat geweest is, zie Exod. 16:36. Ex 16.36 32) den HEERE Hebreeuws, des Heeren gruwel. Zie boven Spreuk. 3:32. Pr 3.32 33) ja Zie dezelfde manier van spreken boven Spreuk. 17:15, en onder Spreuk. 20:12. Pr 17.15 20.12
Copyright information for
DutKant