Leviticus 2:13

21) het zout des verbonds

Dat is, dat u vermane van mijn verbond, waardoor gij verplicht zijt naar een onbesmettelijk en onverderfelijk leven te trachten; Mark. 9:49.

Mr 9.49

22) afblijven;

Hebreeuws, doen ophouden.

Jeremiah 23:29

65) te morzel slaat?

Alzo in stukken slaat, dat de stukken verstrooid worden, of dat de steenrots als gruis verstrooid wordt, waarop de betekenis van het Hebreeuwse woord ziet. Vergelijk boven Jer. 22:28, en onder Jer. 51:20, met de aantekening.

Jer 22.28 51.20

Matthew 3:11

12) met water tot bekering;

Grieks: in het water.

13) die na mij komt

Of achter mij, Joh. 1:15,27.

Joh 1.15,27

14) wiens schoenen ik niet waardig ben [Hem na] te dragen

Dat is, den allerminsten of slechtsten dienst te doen.

15) die zal u met den Heiligen Geest en met vuur dopen

Johannes onderscheidt hier zijn uiterlijken doop van den inwendigen doop van Christus, waarmede Hij onze harten door zijnen Geest zuivert, gelijk het vuur de metalen van alle schuim en onreinheden. Zie dergelijke Joh. 3:5, en Hand. 1:5, en Hand. 2:4.

Joh 3.5 Ac 1.5 2.4

1 Peter 1:7

24) die veel kostelijker

Dat is, van meerdere kracht en waarde dan de beproeving des gouds door het vuur. Zie Job 23:10; Jak. 1:3.

Job 23.10 Jas 1.3

25) bevonden worde

Namelijk als gij daardoor beproefd en standvastig in het geloof gebleven zijt, niettegenstaande alle bezoekingen; zie Matth. 24:13.

Mt 24.13

26) tot lof, en eer,

Namelijk in den hemel voor God, gelijk Rom. 2:7; en dit wordt gesteld tegen smaad en oneer, die de wereldse mensen menen dat zij den gelovigen door de vervolging aandoen.

Ro 2.7

27) in de openbaring

Zie hiervoor 1 Petr. 1:5.

1Pe 1.5
Copyright information for DutKant