Leviticus 20:17

23) schandvlek;

Het Hebreeuwse woord betekent gewoonlijk een goede daad, of weldadigheid, maar hier en Spreuk. 14:34 gans het tegendeel; dat is, een kwade, schandelijke, ijslijke daad, waarmede een mens God ten hoogste vertoornt, zijn naasten ontsticht en zichzelven in schande brengt. Alzo is ook het woord zegenen voor het tegendeel genomen, dat is, vloeken; 1 Kon. 21:10.

Pr 14.34 1Ki 21.10

24) zijn ongerechtigheid dragen.

Alzo onder, Lev. 20:19,20. Zie boven, Lev. 5:1.

Le 20.19,20 5.1
Copyright information for DutKant