Leviticus 23:10
10) garf der eerstelingen Het Hebreeuwse woord betekent het tiende deel van een efa; Exod. 16:36. Hierom schijnt een schoof ook zo genoemd te zijn, omdat men een tiende deel van een efa uit een schoof kon dorsen. Ex 16.36Leviticus 23:15
18) beweegoffers zult gebracht hebben; Zie van het beweegoffer boven, Lev. 7:30. Le 7.30 19) sabbatten zijn; Of, weken.Deuteronomy 16:9
17) sikkel begint Om den Heere een garf te offeren. Zie Lev. 2:14, en Lev. 23:10. Le 2.14 23.10
Copyright information for
DutKant