Leviticus 25:2

2) zal dat land

Anders, het land zal rusten, het zal een sabbat den HEERE zijn.

3) rusten,

Te weten, van bebouwd te worden.

4) sabbat

Het woord sabbat betekent rust en ophouding van enige werken. De uitwendige sabbat is in het Oude Testament geweest:

I. van dagen, als van den zevenden dag en de vierdagen, Exod. 20:8, boven, Lev. 23:39, enz.;

Ex 20.8 Le 23.39

II. van maanden, als van de nieuwe maanden, boven, Lev. 23:24; Num. 28:11;

Le 23.24 Nu 28.11

III. van jaren, als hier en onder, Lev. 26:35, enz.

Le 26.35

5) den HEERE.

Dat is, naar zijn bevel en Hem ter ere.

Copyright information for DutKant