Leviticus 25:28

32) zijn hand niet gevonden heeft,

Vergelijk dit met de aantekeningen op Lev. 25:30, en Richt. 9:33.

Le 25.30 Jud 9.33

33) zal het uitgaan,

Dat is, het verkochte goed zal niet meer in de macht desgenen zijn, die dat gekocht had. Anders, hij, te weten, de koper zal uitgaan. Vergelijk onder, Lev. 25:30,31, in het volgende, hij, te weten, de verkoper.

Le 25.30,31

Judges 9:33

59) hij en het volk,

Ga„l.

60) hand vinden zal.

Zoals de gelegenheid zich u zal presenteren, naardat de zaak zich zal geven en gij te rade bevinden zult. Zie een dergelijke betekenis dezer manier van spreken Lev. 25:28; 1 Sam. 10:7, en 1 Sam. 25:8; Pred. 9:10.

Le 25.28 1Sa 10.7 25.8 Ec 9.10
Copyright information for DutKant