Leviticus 25:5
6) afzondering Anders, wat gij niet besneden hebt, of, waarvan gij u onthouden hebt. Versta, den wijngaard van iederen Israliet, waarvan hij zich naar deze wet afzondere, om het bebouwen, het snoeien daarvan en het aflezen zijner druiven na te laten. Zo wordt hij ook genoemd onder, Lev. 25:11. Le 25.11
Copyright information for
DutKant