Lev 26:16, Deu 28:30, 33, 38-40 | DutKant | STEP | 24) over u stellen zal Te weten, als oversten, die, over u als strenge rechters heersende, u straffen en plagen zullen, om mijn rechtvaardige oordelen tegen u uit te voeren. Vergelijk deze manier van spreken met een gelijke 2 Kon. 8:1, en zie aldaar de aantekeningen. 25) de ogen verteren Zie 1 Sam. 2:33.

Leviticus 26:16

24) over u stellen zal

Te weten, als oversten, die, over u als strenge rechters heersende, u straffen en plagen zullen, om mijn rechtvaardige oordelen tegen u uit te voeren. Vergelijk deze manier van spreken met een gelijke 2 Kon. 8:1, en zie aldaar de aantekeningen.

2Ki 8.1

25) de ogen verteren

Zie 1 Sam. 2:33.

1Sa 2.33

Deuteronomy 28:30

33) gemeen maken.

Dat is, geen vruchten daarvan voor u mogen genieten. Zie boven, Deut. 20:6, en vergelijk Deut. 22:9.

De 20.6 22.9

Deuteronomy 28:33

36) al uw arbeid

Zie Job 20:18,19.

Job 20.18,19

Leviticus 26:16

Deuteronomy 28:30

Deuteronomy 28:33

Deuteronomy 28:38-40