Leviticus 26:32

49) daarin zullen wonen,

Te weten, wanneer gij daaruit verdreven zult zijn. Zie Lev. 26:33.

Le 26.33

Deuteronomy 28:30

33) gemeen maken.

Dat is, geen vruchten daarvan voor u mogen genieten. Zie boven, Deut. 20:6, en vergelijk Deut. 22:9.

De 20.6 22.9
Copyright information for DutKant