Leviticus 26:41

56) Dat Ik ook met hen

Anders, ja Ik zal met hen in tegenheid wandelen en hen in het land hunner vijanden brengen. Immers, dan zal hun onbesneden hart, enz. En Ik zal, enz.

57) onbesneden hart gebogen wordt,

Dat is, onboetvaardig, moedwillig, en de zonde van zich niet wegwerpende, maar die bij zich behoudende en voedende. Alzo Jer. 9:26; Ezech. 44:7; Hand. 7:51.

Jer 9.26 Eze 44.7 Ac 7.51

58) straf hunner ongerechtigheid

Hebreeuws, ongerechtigheid. Zie boven, Lev. 5:1.

Le 5.1

59) een welgevallen hebben;

Dat is, zo zij recht bekennen de straf vanwege hun zonden verdiend te hebben, en dienvolgens zich van harte bekeren.

Jeremiah 5:21

47) harteloos volk!

Dat is, dat geen verstand heeft; geen ogen noch oren der ziel om Gods woord te betrachten en te gehoorzamen; vergelijk onder Jer. 6:10.

Jer 6.10

Acts 7:51

90) onbesnedenen

Dat is, hoewel gij uiterlijk besneden zijt naar het vlees, zo hebt gij nochtans niet de inwendige besnijdenis des harten, die zonder handen geschiedt, Deut. 10:16, en Deut. 30:6; Jer. 4:4, zonder welke de uiterlijke niet nut is; Rom. 2:28.

De 10.16 30.6 Jer 4.4 Ro 2.28

91) wederstaat altijd

Grieks altijd valt gij tegen den Heiligen Geest; namelijk die u door zijn woord overtuigt dat de leer van Christus de rechte zaligmakende leer is, en evenwel staat gij dezelve altijd tegen.

92) gelijk uw vaders,

Zie Ps. 78:8.

Ps 78.8
Copyright information for DutKant