Leviticus 6:18

27) eeuwige inzetting

Hebreeuws, inzetting der eeuwigheid. Zie Gen. 13:15.

Ge 13.15

28) wat

Of, al wie.

29) die zal aanroeren,

Te weten, de dingen, vermeld in Lev. 6:16,17.

Le 6.16,17

30) heilig zijn.

Dat is, voor heilig geacht en niet gebruikelijk in enige andere zaken; maar het meost •f gebroken •f gewassen •f ook geschuurd en afgespoeld worden. Zie onder, Lev. 6:27,28.

Le 6.27,28
Copyright information for DutKant