Leviticus 6:27-28
44) wat deszelfs vlees zal aanroeren, Of, wie. 45) heilig zijn; Zie boven, Lev. 6:18. Le 6.18 46) dat, Te weten, kleed. 47) de heilige plaats wassen. Zie boven, Lev. 6:16. Le 6.16 48) water gespoeld worden. Te weten, in het heilige water. Zie Exod. 40:7,30, en onder, Lev. 8:11. Ex 40.7,30 Le 8.11
Copyright information for
DutKant