Luke 10:1

1) andere zeventig,

Namelijk boven de twaalven, die Hij tot apostelen verkoren en tevoren uitgezonden had.

2) voor Zijn aangezicht,

Dat is, voor Hem heen; namelijk om de Joden van Zijne toekomst te waarschuwen en tot aanneming van hem en zijne leer te bereiden.

John 20:24

41) Didymus, was

Zie Joh. 11:16.

Joh 11.16

Romans 16:7

22) mijn magen,

Dat is, Joden van mijne maagschap.

23) medegevangenen,

Dat is, die ook mede, gelijk als ik, om des Evangelies wil gevangen zijn geweest; Col. 4:10; Filem.:23.

Col 4.10

24) de apostelen,

Dat is, onder degenen, die het Evangelie hier en daar prediken. Want dit woord wordt niet alleen den twaalf apostelen bijzonder toegeschreven, maar ook somwijlen anderen leraars; zie 2 Cor. 8:23. Of, wel bekend, bij de apostelen.

2Co 8.23

25) voor mij

Dat is, eer ik bekeerd ben geweest.

26) in Christus geweest zijn.

Dat is, tot den Christelijken godsdienst zijn bekeerd geweest.

1 Corinthians 15:5

13) Cefas gezien,

Dat is, van Petrus. Zie van dezen naam Joh. 1:43; 1 Cor. 1:12; Gal. 2:9.

Joh 1.42 1Co 1.12 Ga 2.9

14) twaalven.

Namelijk apostelen, die, hoewel zij toen maar elf waren, door Judas' uitvallen het getal verminderd zijnde, nochtans den naam van dat getal behielden, alzo het kort daarna wederom vervuld werd. Zie Joh. 20:24; Hand. 1:25.

Joh 20.24 Ac 1.25
Copyright information for DutKant