Luke 2:13-14

18) heirlegers,

Dat is, der engelen, die als een heir des Heeren zijn, door wie Hij de vromen beschermt en de kwaden straft, Ps. 34:8, en Ps. 103:21.

Ps 34.7 103.21
19) Ere [zij] God

Of, heerlijkheid.

20) vrede op aarde,

Namelijk met God, Rom. 5:1.

Ro 5.1

21) een welbehagen.

Dat is, het welbehagen Gods worde door hem aan de mensen vervuld, 2 Thess. 1:11. Anders, des welbehagens; dat is, in de mensen, die God naar zijn welbehagen heeft uitverkoren, Ef. 1:5.

2Th 1.11 Eph 1.5

Luke 15:7

4) zal zijn in den hemel over een zondaar,

Namelijk onder de engelen Gods, gelijk hierna verklaard wordt Luk. 15:10.

Lu 15.10

5) rechtvaardigen,

Dat is, die alzo niet afgedwaald zijn, gelijk er staat Matth. 18:13, en daarom zich niet behoeven te bekeren van zodanige grote afdwaling of zonde. Hoewel anderszins ook de heiligsten van node hebben zich van hun dagelijkse zwakheden te bekeren, Jak. 3:2; 1 Joh. 1:8. Anderen verstaan hier door de rechtvaardigen desgenen, die zichzelven verkeerdelijk wijsmaken dat zij rechtvaardig zijn en dat zij gene bekering van node hebben, Matth. 9:13; Luk. 18:9.

Mt 18.13 Jas 3.2 1Jo 1.8 Mt 9.13 Lu 18.9

Luke 15:10

Copyright information for DutKant