Luke 22:37

46) de misdadigen gerekend.

Grieks de ongerechtigen.

47) hebben een einde.

Dat is, gaan naar het einde om haast vervuld te worden.

2 Corinthians 10:4

11) de wapenen van onze

Dat is, de middelen, die wij gebruiken om door het Evangelie van Christus de mensen te bekeren, en onder het rijk en de gehoorzaamheid van Christus te brengen.

12) vleselijke, maar

Dat is, zulke als de natuurlijke mensen plegen te gebruiken, om anderen •f met welsprekendheid, •f met bedriegerij, •f met geweld onder zich te brengen.

13) krachtig door God,

Gr. Gode krachtig; dat is, door de kracht, die God daar bijvoegt, zo in het doen van wondertekenen, Mark. 16:20, als in het bewegen en overtuigen van de harten door Zijnen Geest, Hand. 16:14, en ook mede in het straffen van degenen, die zulks zochten te wederstaan. Zie een voorbeeld in Bar-Jesus,

Mr 16.20 Ac 16.14

14) der sterken;

Alzo noemt de apostel al wat de Satan en de wereld, hetzij met vervolgingen, hetzij met wereldse wijsheid en welsprekendheid, voorwerpt om den loop des Evangelies te stuiten, gelijk de twee navolgende verzen verklaren. Zie ook Jer. 1:10,18,19.

Jer 1.10,18,19

Ephesians 6:12

21) niet tegen

Namelijk alleen, of voornamelijk. Want ook de wereld en ons eigen vlees leveren ons gedurigen strijd; maar onze voornaamste vijand, die ook de wereld en ons vlees daartoe gebruikt, is de Satan. Zie 1 Petr. 5:8.

1Pe 5.8

22) vlees en bloed,

Dat is, zwakke mensen, gelijk wij ook zelf zijn. Zie Matth. 16:17; Gal. 1:16.

Mt 16.17 Ga 1.16

23) overheden,

De apostel geeft hier den Satan en zijnen engelen deze titels, niet omdat zij van God tot rechte oversten en regeerders der wereld gesteld zijn, gelijk God den dienst der goede engelen dikwijls gebruikt, Ef. 1:21, en Ef. 3:10, maar omdat zij hunne macht, die de goede engelen van God hebben, en dezen door hunnen val verloren hebben, nochtans als tyrannen met list en geweld over de verdorven en boze wereld nog gebruiken; en dat door een rechtvaardig oordeel Gods hun hetzelve, tot straf der kwaden en een oefening der goeden, voor enen tijd wordt toegelaten. Zie 2 Cor. 4:4; 2 Thess. 2:9,10. Zie ook de aantekeningen Ef. 2:2.

Eph 1.21 3.10 2Co 4.4 2Th 2.9,10 Eph 2.2

24) der duisternis

Zo wordt het rijk des Satans genaamd, omdat hij door onkennis of onwetendheid van God en Zijn woord de mensen tot allerlei zonden en boosheden brengt. Zie Hand. 26:18; Col. 1:13.

Ac 26.18 Col 1.13

25) de geestelijke boosheden

Grieks, de geestelijke der boosheid; dat is, geesten, die tot alle boosheid zijn genegen, en de mensen daartoe ook zoeken te brengen.

26) in de lucht.

Grieks, in de hemelse, of, overhemelse plaatsen; en wordt dit woord hier anders verstaan dan in de andere plaatsen van dezen brief, omdat de lucht somwijlen hemel wordt genaamd, Lev. 26:19; Matth. 6:26, en de apostel noemt hier voor, Ef. 2;2, den Satan uitdrukkelijk den overste der macht van de lucht; want dat de Satan gene plaats noch macht meer heeft in den rechten hemel, blijkt uit 2 Petr. 2:4; Jud.:6; Openb. 12:8, enz.

Le 26.19 Mt 6.26 2Pe 2.4 Re 12.8

1 Timothy 1:18

45) beveel ik u,

Het Griekse woord betekent eigenlijk iemand iets bevelen, dat men bij hem weglegt, of hem te bewaren geeft.

46) naar de profetie‰n,

Dat is, voorzeggingen. Want ten tijde der apostelen werden enige mannen Gods, door het bevel van den Heiligen Geest, tot den dienst des Evangelies afgezonderd, gelijk Paulus en Barnabas zo werden uitgezonden, Hand. 13:2; of van hen werd voorzegd door enige profetie‰n wat hun zou overkomen, gelijk te zien is Hand. 11:27,28, en Hand. 20:23, en Hand. 21:11. Van Timotheus wordt zulks ook betuigd hierna 1 Tim. 4:14.

Ac 13.2 11.27,28 20.23 21.11 1Ti 4.14

47) dezelve

Namelijk voorzeggingen of profetie‰n, dat is, in die dingen die u te voren voorzegd zijn.

48) den goeden strijd strijdt;

Hetwelk niet alleen van den arbeid, vlijt en strijd verstaan wordt, die allen gelovigen in hun algemeen beroep opgelegd is, maar ook den trouwen leraars in het bijzonder. Zie 2 Tim. 4:7,8.

2Ti 4.7,8
Copyright information for DutKant