Luke 23:34

39) zij weten niet,

Dat is, het merendeel van hen. Want sommigen van hen wisten het wel en zondigden tegen den Heiligen Geest, Matth. 12:32.

Mt 12.32

40) wat zij doen.

Dat zij namelijk den waren Messias kruisigen. Zie Hand. 3:17; 1 Cor. 2:8.

Ac 3.17 1Co 2.8

Acts 7:60

109) met grote stem:

Zie dergelijke Matth. 27:50.

Mt 27.50

110) reken hun deze

Grieks stel hun deze zonde niet; dat is, wil die niet staande of blijvende houden, om hen daarover te straffen naar verdienste. Zie dergelijke Luk. 23:34.

Lu 23.34

111) ontsliep hij.

Dat is, is gestorven; want de dood der gelovigen wordt een slaap genaamd om de zalige opstanding uit de doden, waardoor zij als uit een slaap wederom zullen opgewekt worden ten eeuwigen leven. Zie Matth. 9:24; Joh. 11:11; 1 Cor. 15:6,18,20; 1 Thess. 4:13.

Mt 9.24 Joh 11.11 1Co 15.6,18,20 1Th 4.13

2 Timothy 4:14

52) Alexander,

Van dezen, zie 1 Tim. 1:20.

1Ti 1.20

53) de kopersmid, heeft mij

Of, koperslager.

54) veel kwaads betoond;

Namelijk met lasteren en de gezonde leer tegen te staan, gelijk verklaard wordt 2 Tim. 4:15.

2Ti 4.15

55) de Heere vergelde

Dit is geen vervloeking uit een wraakgierig hart voortgekomen, tegen de leer van Christus, Matth. 5:44, en ook van Paulus zelf, Rom. 12:14, maar ook profetische dreiging uit een Goddelijken ijver tot Gods eer en ingeven des Heiligen Geestes, van de straf die hem genakende was, daar hij zich betoonde gans onbekeerlijk en verhard te zijn. Zie dergelijke Neh. 4:4, enz.; Ps. 5:11.

Mt 5.44 Ro 12.14 Ne 4.4 Ps 5.10
Copyright information for DutKant