Luke 23:34

39) zij weten niet,

Dat is, het merendeel van hen. Want sommigen van hen wisten het wel en zondigden tegen den Heiligen Geest, Matth. 12:32.

Mt 12.32

40) wat zij doen.

Dat zij namelijk den waren Messias kruisigen. Zie Hand. 3:17; 1 Cor. 2:8.

Ac 3.17 1Co 2.8

John 16:3

1 Corinthians 2:8

20) niemand van

Namelijk uit hun natuurlijke rede of verstand, hoe groot en hoe kloek hetzelve ook was. Hoedanige Herodes, Pilatus, Kajafas en andere machtigen in deze wereld geweest zijn, alsook de wijsgeren, schriftgeleerden en dergelijken. Anderszins heeft Abraham ook door Gods Geest en openbaring zijnen dag gezien, Joh. 8:56, en David heeft zich daarin verheugd, Ps. 16:9, met anderen godzalige koningen en profeten, Luk. 10:24, en ook sommigen van de oversten der Joden, gelijk Nikodemus en Jozef van Arimathea, hebben hem gekend; dan deze waren weinigen, en hebben in Zijnen dood niet gestemd; Luk. 23:51. Zie dergelijke wijze van spreken Joh. 3:32.

Joh 8.56 Ps 16.9 Lu 10.24 23.51 Joh 3.32

21) den Heere der

Namelijk die het hoofdstuk is van deze wijsheid Gods. Zo wordt Christus genaamd ten aanzien van Zijn goddelijke natuur, Ps. 24:7; Hand. 7:2, die gekruisigd is naar Zijn menselijke natuur. Zie dergelijke wijze van spreken Joh. 3:13; Hand. 3:15, en Hand. 20:28.

Ps 24.7 Ac 7.2 Joh 3.13 Ac 3.15 20.28

1 Timothy 1:13

33) een verdrukker;

Of, een smader.

34) ontwetende gedaan

Namelijk van de Goddelijkheid en waarheid des Evangelies, gelijk Hand. 3:17; waarmede hij zich niet verontschuldigt, alsof hij daarover voor God niet strafbaar ware geweest, want het tegendeel betuigt hij van zichzelven hierna, 1 Tim. 1:15,16, gelijk in het algemeen 2 Thess. 1:8; maar geeft hiermede te kennen, dat zijne zonde gene zonde tegen den Heiligen Geest was geweest, uit moedwilligheid en haat tegen de bekende waarheid geschied, en derhalve door de genade en verdienste van Christus vergeeflijk.

Ac 3.17 1Ti 1.15,16 2Th 1.8
Copyright information for DutKant