Luke 23:43

46) in het Paradijs zijn.

Dat is, in den hemel; 2 Cor. 12:4.

2Co 12.4

2 Corinthians 5:1

1) ons aardse huis

Dit is, ons zwak en sterflijk lichaam, hetwelk wij op deze aarde dragen, dat van aarde gemaakt is, en met een tabernakel of hut wordt vergeleken, die men in het reizen lichtelijk opmaakt, en in het vertrekken wederom afbreekt, of laat vervallen. Zie dergelijke Job 4:19; 2 Petr. 1:13,14.

Job 4.19 2Pe 1.13,14

2) gebroken wordt,

Gr. ontbonden, losgemaakt.

3) een gebouw van God

Sommigen nemen dit voor de hemelse heerlijkheid, waarmede onze lichamen ten uitersten dage eerst zullen verheerlijkt worden. Doch alzo de apostel hier merkelijk spreekt van een gebouw, of huis, hetwelk wij, nadat deze tabernakel gebroken is, van God zullen hebben, en dat in den hemel, en zo haast wij uit dit lichaam gaan wonen, gelijk blijk uit 2 Cor. 5:6,8; zo wordt het wel zo bekwamelijk voor de hemelse heerlijkheid in het algemeen genomen, waarmede de ziel versierd en gelijk als bekleed wordt, zo haast zij deze tabernakel aflegt, en waarmede het lichaam daarna zal bekleed worden, als het uit de doden zal opgewekt zijn. Zie van het eerste Hebr. 11:14,16; Openb. 7:14, en van het andere 1 Cor. 15:42,43; Filipp. 3:20,21.

2Co 5.6,8 Heb 11.14,16 Re 7.14 1Co 15.42,43 Php 3.20,21

2 Corinthians 5:8

Philippians 1:23

70) deze twee

Namelijk verscheidene begeerten, die daarna uitgedrukt worden.

71) gedrongen,

Namelijk in mijn gemoed, niet wetende wat ik voor het beste zal houden, overmits er wederzijds krachtige en dringende redenen zijn.

72) ontbonden te

Of, te verhuizen, te verherbergen; dat is, uit dit leven te scheiden; ene gelijkenis, genomen van degenen, die uit ene herberg scheiden, om hunne reis naar hun vaderland voort te zetten of ook die naar een ander land of plaats te scheep willen reizen, het touw van het schip losmaken om de reis aan te nemen. Zie dergelijke 2 Tim. 4:6.

2Ti 4.6

73) met Christus

Namelijk in den hemel, met mijne ziel, die zij niet kunnen doden. Zie Matth. 10:28; Luk. 23:43.

Mt 10.28 Lu 23.43

74) zeer verre het beste.

Grieks veel meer beter; namelijk voor mij. Zie Ps. 16:11; Rom. 8:18.

Ps 16.11 Ro 8.18

1 Thessalonians 4:17

38) opgenomen

Gr. gerukt, getrokken; namelijk nadat zij zullen veranderd en Zijn verheerlijkt lichaam in een ogenblik tijds gelijkvormig gemaakt zijn; 1 Cor. 15:51; Filipp. 3:20, Filipp. 3:21.

1Co 15.51 Php 3.20,21

39) in de wolken

Die namelijk als een wagen zullen zijn, waardoor zij tot Christus in de lucht opgevoerd zullen worden, gelijk van Elia gezegd wordt, 2 Kon. 2:11, en van Christus zelf, Hand. 1:9.

2Ki 2.11 Ac 1.9

40) in de lucht

Namelijk waar Hij Zijn gericht zal houden, voor de ogen aller mensen, die door de engelen zullen bijeengebracht zijn tot Zijne rechter- en tot Zijne linkerhand. Zie Matth. 25:31, enz.; Openb. 1:7.

Mt 25.31 Re 1.7

41) met den Heere

Namelijk Christus Jezus in den hemel; Joh. 14:2, Joh. 14:3.

Joh 14.2,3
Copyright information for DutKant