Luke 9:53

57) reizende naar Jeruzalem.

Namelijk om daar den godsdienst te plegen, hetwelk de Samaritanen deden op den berg Gerizim, Joh. 4:20; Josef. Antiq. lib. 11, cap. 8 Flavius Josefus, Joodse Oudheden, 11e boek, 8ste hoofdstuk, waaruit grote haat en vijandschap tussen de Joden en Samaritanen ontstond; Joh. 4:9.

Joh 4.20,9
Copyright information for DutKant