Mark 12:44
43) haar gebrek, Of, van hetgeen zij zelve gebrek had. 44) leeftocht. Grieks, leven; dat is, wat zij overig en nodig had om te leven. Luke 8:43
47) al haar leeftocht Grieks al haar leven; dat is al hare middelen om van te leven. Luke 21:4
3) overvloed geworpen Of, overschot. 4) tot de gaven Gods; Dat is, tot andere gaven, die Gode gegeven of toegeigend en in de schatkist bewaard werden. 5) van haar gebrek, Dat is, van hetgeen zij zelve gebrek of van node had om te leven. 6) leeftocht, Grieks leven. Zie Mark. 12:44. Mr 12.44
Copyright information for
DutKant