Mark 6:9
12) schoenzolen Grieks, sandalia; welke waren lichte schoenen, bestaande alleen uit zolen met banden, om aan de voeten vast te maken, welke in die hete landen zeer gebruikelijk waren; Hand. 12:8. Ac 12.8 13) aanbinden, Namelijk niet meer dan n paar om te reizen, want meer schoenen op den weg mede te nemen wordt hun ook verboden; Matth. 10:10. Mt 10.10 14) geen twee rokken gekleed zijn. Dat is, geen meer dan gij zult aanhebben, zonder nog een rok mede te dragen tot verandering.
Copyright information for
DutKant