Mark 7:4

8) markt [komende],

Omdat zij daar met allerlei soorten van mensen als heidenen en anderen handelden, en andere dingen aanraakten, waardoor zij meenden verontreinigd te zijn.

9) gewassen zijn.

Grieks, gedoopt; hetwelk indopen in het water en ook afwassen betekent, waarvan de heilige doop zijn naam heeft.

10) en kannen,

Het Griekse Xestes betekent het zesde deel van en congius; dat is, omtrent anderhalve pint naar onze maat.

11) bedden.

Dat is, de bedsteden, of de sponden van de bedden, waarop de ouden om te eten aan de tafel lagen of leunden, inplaats dat wij aanzitten.

Mark 10:38

30) drinkbeker drinken,

Zie hiervan de verklaring Matth. 20:22.

Mt 20.22

Luke 11:38

39) gewassen had.

Grieks gedoopt ware. Zie Mark. 7:4.

Mr 7.4

Luke 12:50

45) doop gedoopt worden;

Dat is, met zwaar lijden. Zie Matth. 20:22.

Mt 20.22

46) geperst,

Namelijk •f met benauwdheid, •f met begeerte totdat het volbracht is.

Acts 9:37

49) gewassen hadden,

Namelijk naar de wijze der ouden, die daarmede schijnen te kennen willen geven hunne hoop van de opstanding uit de doden.

Romans 6:2-3

4) Dat zij verre.

De apostel verwerpt met deze woorden zulk gevolg, als het antwoord onwaardig, en bewijst het tegendeel, dat wij in de zonde niet moeten blijven.

5) die der zonde gestorven zijn,

Dat is, wij die van de heersende macht der inwonende zonde door Christus' Geest verlost zijn, Rom. 6:6,7; want der zonde sterven betekent in de Schrift des Nieuwen Testaments de zonde in ons geen leven laten hebben, dat is, niet leven onder de macht en heerschappij der zonde.

Ro 6.6,7

6) in dezelve leven?

Dat is, de zonde haar leven en kracht laten, en in ons de overhand laten hebben.

7) in Christus Jezus gedoopt zijn,

Namelijk om te betuigen onze gemeenschap, die wij met Christus hebben door het geloof.

8) in Zijn dood gedoopt zijn?

Dat is, door de doop verzekerd worden dat wij gemeenschap hebben aan Zijnen dood, waardoor niet alleen onze zonden voor God verzoend zijn, maar ook de Heilige Geest is verworven, door wiens werking de verdorvenheid, die in ons is, haar leven of heersende kracht is benomen, hetwelk is de eerste trap onzer wedergeboorte; Tit. 3:5,6. De apostel schijnt hier te zien op de wijze van dopen, in de warme Oosterse landen veel gebruikelijk, waar de mensen geheel in het water ingedoopt werden, een weinig tijds onder het water bleven, en daarna uit het water oprezen; en aan te wijzen, dat deze indoping en blijven in het water ene afbeelding is van Christus' dood en begrafenis, en het oprijzen uit het water van Zijne verrijzenis. Hetwelk ook op onze wijze van dopen door besprenging wel kan gepast worden.

Tit 3.5,6

Hebrews 9:10

27) wassingen

Grieks dopingen.

28) rechtvaardigmakingen

Dat is, uiterlijke inzettingen, die den mens naar den uitwendigen, of lichamelijken stand, alleen rechtvaardigden of heiligden. Zie Hebr. 9:13.

Heb 9.13

29) verbetering

Grieks rechting; dat is, waarop het te recht zal worden gebracht, namelijk tot op de tijden van het Nieuwe Testament, waar Jeremia van gesproken had, waarin de betekende zaak zou vervuld worden, deze ceremoni‰n geweerd, en andere kortere godsdiensten ingesteld, waardoor de Heilige Geest krachtiger zou werken, 2 Cor. 3.

30) opgelegd.

Namelijk als een juk, hetwelk de vaders zelf niet hebben kunnen dragen, en door Christus is afgenomen; Hand. 15:10,11.

Ac 15.10,11
Copyright information for DutKant