Matthew 1:21

21) zijn volk

Dat is, degenen, die Hem van den Vader gegeven waren om die te verlossen of behouden; Ps. 2:8; Jes. 8:18; Joh. 6:37, en Joh. 17:24; Hand. 18:10; Rom. 11:1,2

Ps 2.8 Isa 8.18 Joh 6.37 17.24 Ac 18.10 Ro 11.1,2

Acts 18:9-10

20) en zwijg niet.

Dit wordt aldus tweemaal verhaald, om te kennen te geven dat hij door generlei zwarigheid zich zou laten afschrikken van het Evangelie vrijmoedig te spreken en te prediken. Zie Joh. 1:20.

Joh 1.20
21) met u, en

Zie Luk. 1:66.

Lu 1.66

22) veel volks in

Dat is, vele uitverkorenen, die door uwe predikatie zullen bekeerd worden. Zie Joh. 10:16.

Joh 10.16
Copyright information for DutKant