Matthew 10:2

3) eerste Simon gezegd Petrus,

Petrus wordt hier eerst genaamd, niet omdat hij macht en gezag had over de anderen, hetwelk Gods Woord nergens leert, alzo de apostelen in deze elkander gelijk waren Joh. 20:22,23, maar omdat hij zoals het schint, de oudste en van Christus tot het apostelschap het eerst geroepen was; Matth. 4:18. anders wordt ook Jacobus eerst genaamd voor Petrus, Gal. 2:9, of, omdat hij eerst met zijn broeder Andreas het eerste paar is, dat uitgezonden werd.

Joh 20.22,23 Mt 4.18 Ga 2.9

2 Peter 1:1

1) Petrus,

Of Simon. Zie Matth. 4:18; Mark. 1:16.

Mt 4.18 Mr 1.16

2) Petrus,

Van dezen naam, zie 1 Petr. 1:1.

1Pe 1.1

3) een dienstknecht en

Zie Rom. 1:1; Filipp. 1:1; Jak. 1:1.

Ro 1.1 Php 1.1 Jas 1.1

4) apostel van Jezus Christus,

Zie Luk. 6:13.

Lu 6.13

5) dengenen

Dat is, aan de gelovige en verstrooide Joden, waaraan hij zijn eerste zendbrief ook heeft geschreven. Zie 1 Petr. 3:1.

1Pe 3.1

6) even dierbaar geloof

Dat is, hetzelfde dierbare geloof, want hoewel het geloof van den een dikwijls groter en sterker is dan van den ander, zo is nochtans alle geloof, als het maar een oprecht geloof is, even dierbaar ten opzichte van hetgeen waar het geloof op steunt en hetgeen men door het geloof verkrijgt; waarom het ook ‚‚n geloof genoemd wordt; Ef. 4:5.

Eph 4.5

7) met ons verkregen hebben,

Namelijk apostelen en andere Joden, die hier of te Jeruzalem en in het Joodse land, in Christus geloven. Grieks met ons door lot verkregen; Luk. 1:9.

Lu 1.9

8) door de rechtvaardigheid

Grieks in de rechtvaardigheid; dat is, door de waarachtigheid en standvastigheid Gods in zijn beloften, dat hij in zijn komst in het vlees enigen uit de Isra‰lieten krachtig zou roepen. Het geloof dan wordt niet verkregen door onze krachten of naar onze verdiensten, maar door een genadig geschenk van God, volgens Zijn beloften en Zijn voornemen. Zie Ef. 2:8.

Eph 2.8

9) onzen God en Zaligmaker,

Zie van deze twee titels de aantekeningen op Tit. 2:13.

Tit 2.13
Copyright information for DutKant