Matthew 10:4
6) Kananites, Dat is, ijveraar, Grieks, Zelotes. Gelijk de eerste Simon is toegenaamd Kananites, dat is ijveraar, om van de ander onderscheiden te worden. Zie Luk. 6:15; Hand. 1:13. Lu 6.15 Ac 1.13 7) Iskarioth, Sommigen menen dat deze Judas zo genaamd wordt van de stad Keriothe, gelegen in de stam van Juda, Joz. 15:25, anderen van Secarjuth, hetwelk een buidel betekent, omdat hij de beurs droeg, Joh. 12:6. Jos 15.25 Joh 12.6 8) verraden heeft. Grieks, overgeleverd heeft.Mark 3:16
19) Simon Sommigen hebben: namelijk Simon, wien hij den toenaam gaf van Petrus. 20) Petrus; Dat is, steen; Joh. 1:43. De reden hiervan wordt verklaard Matth. 16:18. Joh 1.42 Mt 16.18Luke 6:15
12) Zelotes; Dat is, ijveraar; zie Matth. 10:4. Mt 10.4
Copyright information for
DutKant