Matthew 18:10

10) hunne engelen

Dat is, die tot hun beschutting en dienst gezonden worden; Hebr. 1:14.

Heb 1.14

11) zien het aangezicht

Dat is, hebben altijd toegang tot den troon Gods, om bevelen te ontvangen tot hunne bescherming,en tot straf dergenen, die hen zouden mogen verachten of verdrukken. Ene gelijkenis, genomen van de koningen in het oosten, die hunnen voornaamsten dienaars, door welke zij hun rijk regeerden, toegang gaven om hun aangezicht te zien; gelijk te zien is Esth. 1:14; zie ook Luk. 1:19; Openb. 8:2.

Es 1.14 Lu 1.19 Re 8.2

Matthew 18:14

13) uws Vaders,

Grieks, voor uwen Vader.

14) deze kleinen verloren ga.

Namelijk die in mij geloven, gelijk Matth. 18:6, uitgedrukt staat.

Mt 18.6

John 18:8

10) dezen

Namelijk mijne discipelen.

11) heengaan.

Namelijk zonder hun leed te doen; gelijk zij allen Hem verlaten hebben en gevlucht zijn; Matth. 26:56.

Mt 26.56
Copyright information for DutKant