Matthew 2:23

21) dat Hij Nazarener zal geheten worden.

Dit ziet of op de plaats Richt. 13:5,7, waar Simson als een voorbeeld van Christus gezegd wordt: Hij zal een nazire‰r, dat is verloofde Gods, zijn; of, hetwelk het waarschijnlijkst is, Jes. 11:1, en Jes. 60:21, waar Christus netzer, dat is, een spruit genaamd wordt, van welk woord de stad Nazareth haar naam heeft. God heeft gewild dat Christus, bij gelegenheid van deze zijn woonplaats Nazarenus zou genaamd worden, als een spruit, die uit zijn plaats voor zijn Vader opwast, Jes. 53:2; Jer. 23:5, en Jes. 33:15; Zach. 6:12.

Jud 13.5,7 Isa 11.1 60.21 53.2 Jer 23.5 Isa 33.15 Zec 6.12
Copyright information for DutKant